Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De arme wordt zelfs van zijn [49]vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele. 49. Het Hebreeuwse woord betekent wel ieder mens, met wien wij te doen hebben en dien wij onzen naaste noemen, gelijk Gen.11:3; Ex.21:14; Lev.19:18, en hier in vs.21 enz.; maar hier wordt het genomen voor een vriend, metgezel of goede bekende, gelijk 2 Sam.16:17; Job 16:20; hfdst.19 vs.6; Micha 7:5, enz.